De bezetting van de grootste Universitaire Aula in Oostenrijk, de Audimax in Wenen, gaat haar tweede week in. De Oostenrijkse Universiteiten hebben te weinig geld voor de massale aanloop van studenten, waarvan traditiegetrouw een groot deel uit Duitsland afkomstig is omdat daar een numerus clausus bestaat die het uitwijkmanoeuvre naar het buurland verklaart.
Het eisenpakket van de studenten is duidelijk: vrije toegang tot alle faculteiten zonder uitsluiting, gratis studeren voor iedereen, terug naar het oude Oostenrijkse systeem titels, dus tegen het Bolognaakkoord (invoering van een eenvormig studiesysteem waar men na drie jaar Bachelor is en na nog eens ongeveer twee jaar Master), waardoor binnen Europa – aldus de studenten – ook hoger onderwijs tot eenheidsworst wordt gemaakt, zonder onderscheid in culturele en maatschappelijke nuances, die Europa precies gemaakt hebben tot wat het is: geen Verenigde Staten van Amerika.
In een rondetafelgesprek gisterenavond op de nationale televisiezender ORF, zaten vertegenwoordigers van de Universiteiten, de studentenorganisaties, de minister verantwoordelijk voor onderwijs en vorming (Johannes Hahn, die binnenkort van de problemen verlost is als hij Europees commissaris wordt van… hij weet nog niet wat) én grote baas van de werkgeversorganisatie.









Uit dit gesprek werd duidelijk hoe ver de standpunten uit elkaar liggen. De interpretatie van Bologna die zowel door de politiek als de werkgevers wordt gehanteerd gaat in de richting: studenten moeten op die studierichtingen worden voorbereid die economisch zinvol zijn. Met andere woorden, Oostenrijk heeft geen nood aan 1000 nieuwe studenten architectuur per jaar, er zijn binnen de bijna vierhonderd mogelijke studierichtingen ‘maatschappelijk en economisch’ meer relevante richtingen dan andere (bijvoorbeeld kunstrichting).
De burgerlijke ongehoorzaamheid van de studenten is te begrijpen. In een land waar zowel de politieke als de economische agenten invloed willen uitoefenen op het studieaanbod, beperkingen hanteren via numerus clausus, studierichtingen die niet onmiddellijk naar een arbeidsplaats leiden willen ontmoedigen, is met de basisidee wat grondig fout.









In de vele columns in de kranten komt telkens opnieuw de evaluatie van Bologna negatief over, want het systeem zou niet meer garantie op mobiliteit en uitwisseling van studenten geven, Bachelors hebben – ook mede de crisis – niet meer garantie op jobs dan vroeger, en het zou de universiteiten en hogescholen op kosten jagen die de staat niet meer dragen kan.
Wat in dit alles wordt vergeten, en bewust vergeten, is waar het aan de Universiteiten zou moeten om gaan: “waar universiteit op staat moet ook universiteit in zitten” formuleert de filosoof Konrad Paul Liessmann.
En daar gaat het studenten ook om: hun eisen komen er eigenlijk op neer dat vrije jonge mensen creatief en eerst en vooral vanuit een eigen intellectuele behoefte vrij moeten kunnen kiezen welke universitaire opleiding op dat moment in hun leven belangrijk is. Ongeacht hoe het er buiten de muren van de Universiteit aan toe gaat. “Opleiding is niet te koop!”
Studeren mag niet herleid worden tot pure voorbereiding op een arbeidsplaats, het moet een vrije keuze en beslissing blijven, het gaat over persoonlijke ontwikkeling, creativiteit en enthousiasme voor de gekozen richting, niet om het homogeniseren van studies ter voorbereiding op de arbeidsmarkt. En elke student moet vrij zijn dat op zijn of haar eigen tempo te doen, in overeenstemming met zijn of haar sociale situatie (in Oostenrijk hebben meer dan de helft van alle studenten jobs tijdens hun studies).
Het eisenpakket in het kort:
1. Vorming in plaats van opleiding
2. Afschaffing van het inschrijvingsgeld, ook voor niet-EU studenten
3. Democratisering van de Universitaire structuren
4. Transparantie in de financiering en verdeling van de middelen
5. Gelijke rechten voor iedereen en de invoering van het vrouwenquotum van 50% binnen het universitair personeel.
De studenten zijn schitterend georganiseerd via het internet en zijn te volgen op Facebook, Twitter en YouTube. Acties worden massaal via sms aangekondigd, de netwerken sluiten zich.