Alle Belgen gelijk voor de wet?

Er was de laatste dagen nogal wat discussie ontstaan op de Standaard Online over de rol van de ambassades en hoe die met hun expats omgaan. Ik heb even gewacht, wat gestudeerd en gelezen, met wat mensen gesproken, en kan niet anders dan daar nog eens op terugkomen.

Op mijn zoektocht naar de definitie van de rol van bijvoorbeeld een Belgische ambassade in welk land dan ook, kom ik niet veel verder dan:

“De ambassade zorgt voor communicatie en onderhandelingen tussen de twee landen en voor culturele uitwisseling. Ook fungeert ze vaak als aanspreekpunt voor burgers van het thuisland die op dat moment in het gastland verblijven.”

Ik begrijp het deel over communicatie, een ambassadeur is iemand die bij machte moet zijn een standpunt over te brengen, zorgen uit te drukken, en zijn regering te vertegenwoordigen waar nodig. Ik versta ook het deel over onderhandelingen: als er zich dan al een wrijving voordoet tussen thuisland en gastland, moet een ambassadeur, in naam van zijn land, één en ander proberen te bewerkstelligen.

Waar ik compleet de mist in ga is het deel “fungeert VAAK als aanspreekpunt voor burgers van het thuisland.”

“Vaak” komt etymologisch van “vak” en is een bijwoord van frequentie. Betekenissen zijn: soms, dikwijls, veelvuldig.

Nu vind ik deze betekenis nogal vrijblijvend, want willekeurig. Wie beslist er over hoe “vaak” een ambassade als aanspreekpunt voor burgers van het thuisland optreedt, waarom en waarover de problemen dan mogen gaan? Betekent dit dat dit “aanspreekpunt” geen garantie is en dus afhankelijk is van hoe de ambassadeur heeft geslapen afgelopen nacht? Waarom staat daar niet dat de ambassade het onvoorwaardelijk aanspreekpunt is, het altijd te bereiken klankbord, de gegarandeerde overlevingsboei voor burgers van het thuisland? Een met gepassioneerde mensen bemand loket voor landgenoten die al zorgen genoeg hebben met het buitenland, zodat ze van dit plaatsvervangend binnenland toch een en ander mogen verwachten?

Als ik me niet vergis is de staat er voor de burger, en niet omgekeerd. In dit geval gaat de rede: vraag niet wat de staat voor u kan doen maar wat gij kunt doen voor de staat niet op, de belastingbetaler subsidieert deze buitenlandse vestingen en mag er dan ook alles van verwachten, lijkt me zo.

En ik loop in deze column op de tippen van mijn tenen, want als morgen de FPÖ aan de macht komt en ik me zo snel mogelijk in dekking moet stellen, dan heb ik graag dat de deur van dit stukje België in Wenen voor me open gaat en ik beschutting kan vinden. Dan heb ik die paar exterritoriale en onschendbare vierkante meter hard nodig. Dus ik schrijf braaf, en in overleg met de burgerzin die men in deze context van mij verwacht.

Ik ga hier dus niet in op de vraag waarom de vorige ambassadrice in Wenen, Mevrouw Christina Funes-Noppen het na enkele maanden voor bekeken hield. Anderen zeggen dat ze wat problemen had met ‘haar Duits’. Een landgenoot vroeg zich onlangs terecht af of men zoiets in Brussel niet had kunnen weten. Niet dus. Ik hoop dat haar Spaans wat beter is daar in Argentinië, dat ze zich daar echt gelukkig voelt en dat onze regering bij volgende benoemingen dit soort taalproblemen wat vroeger in beschouwing neemt. Spaart wat verhuisgeld. Maar ik heb daar verder geen mening over.

Ik ga ook niet in op de vraag waarom drie opeenvolgende ambassadeurs in Wenen Franstalig waren. Zowel Mevrouw Christina Funes-Noppen als de kersverse ambassadeur Claude Rijmenans hebben MR-signatuur maar dat zou zelfs niet belangrijk mogen zijn, dus zwijg ik erover. De ambassadeur in Oostenrijk en in Bosnië en Herzegovina is tevens Permanent Vertegenwoordiger van België bij het Bureau van de Verenigde Naties te Wenen, bij het IAEA en bij de Voorbereidende Commissie van de CTBTO, en heeft zijn pluimen op diverse posten in het buitenland al lang verdiend. En ik wil me hoe dan ook niet mengen in het gevestigd systeem van politieke benoemingen, onderlinge partijafspraken en het moeilijke evenwicht tussen wat goed is voor België en wat goed is voor onze (hoofdzakelijk Vlaamse) burgers in het Alpenland. Ik wil het daar helemaal niet over hebben.

Waar ik me wel vragen mag bij stellen is hoe gelijk Belgen zijn volgens de wetten van de ambassades in het buitenland. Vertrekkend van het principe “alle Belgen zijn gelijk voor de wet”, mag je verwachten dat een Ambassadeur die het met zijn landgenoten goed voor heeft alle burgers ook als gelijken beschouwt. Ambassadeur zijn mag dan al iets nobels hebben, een hard werkende Vlaming in het buitenland heeft ook zo zijn rechten, en onderscheidt zich – wat mij betreft – geenszins van de hardwerkende ambassadeur.

Een vriend die in een buurland van Oostenrijk woont wist me onlangs te vertellen dat op de dag van de Dynastie dit jaar niet alle Belgen door de Ambassade werden uitgenodigd voor een drink en een babbel. Hij wel, maar een paar van zijn vrienden niet. Ik ben er dit jaar in Wenen wel bij. En omdat de dag van de Dynastie op een zondag valt, is alles op 11 november gepland. Ik kijk er al naar uit en kom hier zeker nog eens op terug. De symboliek van 11 november in combinatie met de Dynastie… dat belooft.

Reacties uitgeschakeld voor Alle Belgen gelijk voor de wet?

Opgeslagen onder De Standaard

Reacties zijn gesloten.