Maandelijks archief: mei 2010

Facebook versus de Kerk

“Ontvrienden” of “ontdopen”. Oostenrijk – België: 1 – 0

Begin april 2010 beslissen een vriend redacteur van een Oostenrijks weekblad en ik tot een experiment. Tijdens een lang gesprek lanceer ik de vraag: “Wat denk je is makkelijker: je profiel verwijderen van Facebook of je laten uitschrijven uit de kerk?”

Omdat je over een dergelijk onderwerp geen weddenschap afsluit, besluiten we de test te doen ten gunste van onze lezers. En hoewel het verhaal ook moeilijk als wetenschappelijk experiment kan bestempeld worden met een steekproef van twee, leggen we toch een aantal regels vast. We bezitten nog geen Facebook profiel, dus we zouden dat elk voor onszelf op dezelfde dag en hetzelfde uur aanmaken. Nog een regel is, dat we elk minstens 100 vrienden moeten hebben vooraleer ons profiel bij Facebook zou worden afgesloten, we zouden op elkaar wachten tot het zo ver was. Laatste regel: de dag waarop we gelijktijdig ons profiel zouden proberen te verwijderen moest dezelfde dag zijn waarop ons verzoek tot kerkelijke uittreding op de post zou gaan, met een foutmarge van twee dagen. Ik moest immers mijn brief aan het bisdom Gent aangetekend vanuit Wenen versturen, dus ook de bevestiging van schrapping mocht twee dagen langer uitblijven dan bij hem.
Op 6 april staan beide profielen op de server van het sociale netwerk.

Sociale netwerken kennen we vooral sinds het ontstaan van Facebook, Linkedin, Netlog, Hyves, MySpace, Twitter, Skyrock, HI5, Orkut enz. Maar het fenomeen bestaat uiteraard al eeuwen. Binnen de ruimere definitie, dus buiten het internet, kan men rustig stellen dat de kerk aan de basis ligt van een eigen sociaal netwerk, zij het dan een religieus-sociaal netwerk.
Mensen kunnen kiezen of ze hun geloof dan wel eerder voor zichzelf belijden of de beleving ervan beperken tot de intimiteit van het gezin, de meeste christelijke gelovigen voelen echter de nood tot verzamelen, samen beleven, behoren tot een groep gelijkgezinden, en hoewel de laatste tijd steeds minder, voornamelijk binnen een parochie, binnen de kerk. Toetreden tot het sociaal netwerk is binnen de kerk even makkelijk als bij Facebook. Inschrijven, wat gegevens doorgeven (dopen), en af en toe actief zijn (communie of huwelijk), profiel af en toe aanpassen en met andere mensen communiceren, kortom bijdragen tot de gemeenschap. De paus Mark Zuckerberg bepaalt de algemene regels van Facebook, de priester in de kerk de christelijke moraal in opdracht van de Romeinse Curie en in lijn met Benedictus XVI, de bijbel en het kerkelijk recht.

100 vrienden

Op 21 april hadden we beiden de kaap van de honderd vrienden bereikt, dus we klikten op “mijn account verwijderen”, vervolgens op “versturen”, wachtwoord ingevuld en als we gedurende twee weken niet meer zouden inloggen wordt het account definitief verwijderd. We zochten nog voor de zekerheid naar een website van Vlaamse en Oostenrijkse kerk of dergelijke procedure ondertussen ook daar werd ingesteld, uiteraard een vrome wens. Dus naar het postkantoor, ik met mijn prior aangetekende brief, hij met zijn gewone brief.

Ik heb me twintig jaar geleden uitgeschreven uit de kerk in België. Ik deed dat nogal naïef met een gewone brief aan het bisdom, die waarschijnlijk, zoals ze dat zo mooi zeggen ‘verloren’ moet gegaan zijn. Ik kreeg nooit bevestiging van ontvangst, ook nooit bevestiging van uitschrijving. Uitschrijven is trouwens een nogal eufemistisch en veelbelovend woord voor wat in de realiteit gebeurt. Je kan dat bolletje of kruisje dat naast je naam staat in het doopregister moeilijk een blijk van tegemoetkoming noemen, laat staan dat het als een “ontdoping” kan worden beschouwd. Ik kan me “ontvrienden” bij Facebook, niet in de kerk.

Bisdom Wenen

Op 4 mei ontving mijn vriend een brief van zijn bisdom in Wenen, met daarin een spijtbetuiging wegens zijn beslissing, maar dat ze die respecteren, en dat hij officieel geschrapt werd in de registers. Het onmiddellijk gevolg hiervan is voor de Oostenrijkse kerk het verlies van een kerkbijdrage, ze noemen het een “kerkbelasting”. De kerk wordt in Oostenrijk gefinancierd door haar gelovigen. Tijdens de eerste vier maanden van dit jaar verloor de Oostenrijkse kerk meer dan 65.000 leden, goed voor zo’n slordige acht miljoen Euro minder inkomsten. Besparing is aangezegd.
We vinden dit eigenlijk met zijn allen nogal logisch, dat het in België echter niet zo loopt blijkt weinig burgers te storen. In België cofinancieren een paar miljoen niet-gelovige burgers via hun belastingen het hele kerkelijk systeem. Voor onderhoud van gebouwen, over wedden van priesters en pastoors, de pracht en praal van ceremonies en paleizen, tot en met het pensioen (hoewel verminderd) van foute bisschoppen in ballingschap. En niemand die in België begrijpt dat dit systeem er onrechtstreeks toe bijdraagt dat de kerk (ook) daardoor over een financiële macht beschikt die aan tij en ontij ontsnapt, wat er ook gebeurt. En zij die proberen duidelijk te maken dat de scheiding van kerk en staat niet met zoveel woorden in onze grondwet staat, moeten toegeven dat toch minstens de scheiding tussen kerk en politiek aan de orde moet zijn. Behalve als in het instituut kerk onkuise dingen gebeuren die ook in het burgerlijk wetboek zijn verboden. Dat geboden niet boven de wet staan impliceert dat die mensen die ons jarenlang met die geboden om de oren hebben geslagen, evenmin boven de wet mogen staan.

Bisdom Gent

Ik heb vandaag (25 mei) van het bisdom Gent nog niets gehoord. Noch bevestiging van mijn brief, nog bevestiging van mijn officiële uittreding uit de kerk.
Onze profielen op Facebook waren binnen de 10 dagen verwijderd. Mijn vriend is officieel uit de Oostenrijkse kerk getreden, mijn aangetekende brief is waarschijnlijk ergens verloren gegaan.
In uiterste nood mag iedereen dopen, hebben we geleerd. In uiterste nood mag dan ook iedereen “ontdopen”, vindt mijn vriend. Welk ritueel daarvoor ook gebruikt wordt, we vinden er samen wel een dat ons past.

Reacties uitgeschakeld voor Facebook versus de Kerk

Opgeslagen onder De Standaard

“Torfsen”: overgangk. werkw.; torfste, h. getorfst

Verklaring: de via de media opgebouwde zelfopenbaring inzetten voor een politiek doel

Antoniem: onttorfsen

Etymologische oorsprong: terug te leiden naar een professor kerkelijk recht aan de Katholieke Universiteit Leuven in de vroege jaren van de 21ste eeuw, die zich afvroeg wie anders de wereld zou redden.

Dat we gaan stemmen op 13 juni heeft ondertussen ook de Oostenrijkse pers met de nodige ironie becommentarieerd, ze begrijpen ons land hoe dan ook niet meer. Ze hadden zich dan de moeite getroost om de Oostenrijkers in geuren en kleuren uit te leggen hoe het BHV-probleem in mekaar steekt, ook die moeite lijkt nu tevergeefs. Vooral de hardnekkige vraag primeert, hoe een land als het onze ooit met enige politieke geloofwaardigheid het Europese Voorzitterschap kan waarnemen twee weken na de nieuwe verkiezingen. Hoe wordt ondertussen dat vacuüm ingevuld?

“Gewoon,” zegt een Weense vriend redacteur bij een Oostenrijkse krant, “zoals het in België altijd gaat: ook zonder regering lijkt alles normaal door te lopen, dus geen angst, België en de Belgen redden zich wel, ook dit keer.”

De afstand tot mijn geboorteland is te groot, de lokale interesse te klein, om mijn gastland uit te leggen hoe de nieuwe politieke kopstukken opduiken bij de samenstelling van de lijsten. Hoe oudgedienden zich terugtrekken omdat ze zich door hun eigen partij op een zijspoor gezet voelen. De Torfsen, Bracke’s en andere professoren of leden van de Vlaamse intelligentsia die zich plots geroepen voelen om “een nieuwe dialoog op gang te brengen”, de “moeilijkste beslissing uit hun leven nemen”, of “voor nieuw bloed” willen zorgen, halen buiten onze grenzen het nieuws niet. Randverschijnselen hebben zo hun beperkte impact. Zij het kerkgebonden professoren, Loge-gebonden journalisten, NGO-gebonden professoren, zonen van ex-ministers, in de Belgische politiek heerst nu eenmaal amper eb en vloed, kabbelend water maakt geen golven.

Dat de splitsing tussen kerk en staat in België stilaan als een constitutionele grap te begrijpen is, is zelfs hier in Oostenrijk wel bekend. Ze zijn hier met name in hetzelfde bedje ziek.

Rik Torfs weert zich in zijn wijwatervat met – nu al – herkenbare clichés, zijn eigen clichés trouwens, waardoor alles wat hij na zijn eerste ‘coming out’, braaf gezeten naast zijn schoolvriendinnetje en voorzitster van de partij, nog te vertellen had ontaardt in pure herhaling. En het verhaaltje is dun, de herhaling brengt niets nieuws. Zijn tekst is geschreven, zijn houding is bepaald, zijn tweede plaats op de lijst verzekerd, zijn broodje gebakken, zijn rijkelijk pensioen gegarandeerd, zelfs de zakkerigheid die hij in de pluche zetels van de Senaat meebrengt, hangt nu al als een gouden kroontje rond zijn hoofd. Zijn aura glanst niet meer, het wordt gewoon meer van hetzelfde: een korte verondersteld grappige zin, en half verdraaide leugen (“nee, ik ben op dit moment niet in gesprek met de partij”), een tussendoorse aanbeveling voor zijn nieuwe boek, de zaken lopen goed.

Er schuilt een bepaalde naïviteit in de veronderstelling dat iemand zo maar van universitaire autoriteit naar politieke autoriteit kan overstappen. Dat zijn bijdrage aan de maatschappelijke discussie die hem als professor nog een respectabele geloofwaardigheid gaf, als verworven mee overstapt in het lome politieke halfrond tot wat de Senaat sinds lang verworden is.

Rik Torfs’ erudiete geloofwaardigheid was tot voor kort gebaseerd op de wetenschap dat de man aan een zijlijn stond die hij zelf getrokken heeft: dicht genoeg bij het onderwerp kerk om als professor te kunnen functioneren, ver genoeg weg van het onderwerp politiek om een nog net aanvaardbare zelfbepaalde ‘neutraliteit’ te kunnen claimen in woord en tekst. Van iemand die van de veilige zijlijn op het voetbalveld springt om te kunnen meespelen, is verondersteld dat hij een voetballer is. Iemand die zich daaraan waagt in de overtuiging dat hij echt kan spelen, laat zich niet opstellen in een uitgespeelde ploeg zoals de Senaat, die gaat dan open en bloot in de actieve politiek waar het af en toe warm wordt, waar niet alleen stelling wordt genomen of dialoog op gang gebracht, maar ook geprobeerd wordt te beslissen. Lukt vaak niet, compromissen vormen is een moeilijke stiel, zeker in een land als Belgiê. Maar men moet zich nat maken, doorzetten, midden in het politieke bad springen, zelfs als men weet dat af en toe iemand verdrinkt.

De stap van de zijlijn naar het veld vereist een metamorfose. Zoals de nimf Daphne die in een laurierboom veranderde, Actacon die een hert werd na het zien van de naakte godin Diana. Een professor kerkelijk recht blijft een professor kerkelijk recht, van metamorfose kan hier geen sprake zijn, zeker niet als we de vele repetitieve interviews beluisteren en lezen die zijn stap vergezellen. De rups heeft zich niet ontpopt tot een frisse vlinder, en zal dat ook niet doen. Daarvoor is de Senaat trouwens de verkeerde waardplant voor Rik Torfs.

Reacties uitgeschakeld voor “Torfsen”: overgangk. werkw.; torfste, h. getorfst

Opgeslagen onder De Standaard