Na tien jaar, de strijd om de Oostenrijkse kerstboom gewonnen.

imagesHet heeft wel iets, vinden alle Oostenrijkers sinds decennia: de mystiek om de kerstboom die plichtsgetrouw niet later, maar ook niet vroeger dan op 24 december in de huiskamer belandt. De traditie wilt, dat op de dag voor Kerstmis, vader en kinderen het huis verlaten, liefst zo rond een uur of drie in de namiddag, en in wind en weer buiten blijven tot om een uur of zes het klokje luidt. En de ouders samen met de kinderen – uiteraard volledig verrast – een compleet opgesmukte kerstboom vinden.

Zo maar, plots uit het niets, in de woonkamer en met aangestoken kaarsen en pakjes eronder, alsof die er altijd gelegen hebben.
Muziek speelt op de achtergrond, verwondering alom, vader drinkt zijn eerste schnaps om zich van de drie stresserende uren te bevrijden, want de kinderen waren het liefst na 10 minuten al terug naar huis. Ze weten immers dat het kindje Jezus komt. In Gent komt de kerstman met de geschenken, en ligt het kindje Jezus dan plots in de kribbe, in Wenen komt het kindje Jezus en brengt alle geschenken mee. Met fel verlichtte kerstboom met echte kaarsen erop en eraan, voor minder komt het niet voorbij.
Tien jaren heb ik gevochten, geargumenteerd met woorden zoals tijdswinst, minder stress, samen de kerstboom versieren met de kinderen, samenzijn, en voor wie dan toch in iets wilt geloven, laat wie dan ook maar de geschenken brengen en onder de boom leggen, het moet niet alles op de schouders van het kindje Jezus vallen, we kunnen de kerstman of wie dan ook een handje toesteken, en de vader ontlasten van drie uur pure stress.
Na negen jaar kwam het verlossend woord: “doen we het dit jaar maar op zijn Vlaams.”
Dus waren we vandaag al op de Naschmarkt, waar de mooiste bomen in de aanbieding stonden, en sleepten met zijn vieren onze kerstboom naar huis.
Een zonnige zondag, sneeuw noch koude te bespeuren, boom past perfect onder het 3,6 meter hoge plafond van het appartement, we zijn er klaar voor om vier dagen voor kerst, samen met de kinderen de “Vlaamse” boom te versieren, zodat we het de komende dagen wat rustiger hebben.
Het is zondag. Eerst de lampjes. Dan de meest verschrikkelijke en verscheidene ballen, sterren, poppetjes, dieren, eigengemaakte engeltjes.
Geen lampjes dus. Niet één van de vier compleet door eenander geraakte lange groene strengen met breekbare kleine lichtjes was bereid om de kerst van 2014 te verlichten. Hoe hadden we vorig jaar de boel zo kunnen afbreken? Afbreken gaat sneller dan opbouwen, maar toch. Waren we te enthousiast over het feit dat de eindejaarsperiode eindelijk voorbij was? Heeft iemand ergens een verkeerde stap gezet, en gedaan alsof niets was gebeurd, en de lange koord met lampen gewoon opgerold in de hoop dat het nooit nog kerst zou worden?
Het werd dan uiteindelijk toch nog een dag later vooraleer de “Vlaamse” boom in alle glorie de huiskamer verlichtte.
Want vandaag branden de lichtjes, en dus de boom, en zongen we samen met de kinderen al de eerste liedjes die ze op school hebben geleerd.
Gewonnen!!! Twee dagen voor kerst. Met volledige instemming van Oostenrijkse moeder en kinderen.
Vrienden begrijpen de drang niet, het verbreken van een gesloten onaantastbaar Oostenrijks gebruik.
Of beter nog: mijn mannelijke vrienden begrijpen niet waarom ik op 24 december tussen drie en zes niet verkleumd in de kou zal staan, naast hen en desolate schommels op een speelplaats waar niemand wil zijn. Want ik zal thuis zijn, in de warmte van de woning, spelletjes spelen met mijn kinderen in de keuken, tot het belletje kinkt om zes, als teken dat de boom volledig klaar is om ontdekt te worden, met geschenken klaar om uit te pakken.
Tien jaren heeft het geduurd, tot ik in staat was om ervoor te zorgen dat onze manier om kerst voor te bereiden, een waardevol alternatief is tegen de Oostenrijkse stress.
Mijn kerst kan niet meer stuk!
Fijne dagen, met of zonder boom

Reacties uitgeschakeld voor Na tien jaar, de strijd om de Oostenrijkse kerstboom gewonnen.

Opgeslagen onder Essays

Reacties zijn gesloten.