Apache Newslab – Opinie – 19 december 2011
De Nederlandse commissie-Deetman publiceerde op 16 december 2011 haar rapport over seksueel misbruik van minderjarigen in de katholieke kerk. Ze voltooide daarmee wat de commissie-Adriaenssens bij ons ook had moeten doen. Wat in Nederland kan, is in België dus blijkbaar onmogelijk.
Je zou als slachtoffer van seksueel misbruik binnen de kerk voor minder je bloeddruk in de gaten houden. De afgelopen week liepen de gemoederen zo hoog op, dat het onmogelijk was alle e-mails en reacties op redactionele bijdragen bij te houden.
Eerst was er de Parlementaire Commissie Seksueel Misbruik binnen de Kerk in België die aankondigde dat er een overeenkomst was met de bisschoppen. Over hoe een nieuw centrum voor arbitrage inzake seksueel misbruik zou worden opgericht binnen de Koning Boudewijnstichting, dat ervoor zou zorgen dat een onafhankelijke commissie schaderegelingen zou toekennen aan slachtoffers van misbruik, zonder dat de verjaring daarbij een rol zou spelen.
“De Nederlandse commissie-Deetman heeft kunnen afwerken wat de commissie-Adriaenssens in België niet werd gegund.”
Wie precies in aanmerking komt voor die schadeloosstelling is nog niet duidelijk, de bedragen waarover gesproken werd zijn ongeveer de helft van wat de Nederlandse commissie die zich over het probleem boog, toegezegd heeft.
Verpletterend rapport
Vervolgens kwam deze week het verpletterende rapport van de Nederlandse commissie-Deetman. Die commissie heeft kunnen afwerken wat de commissie-Adriaenssens in België niet werd gegund. Terwijl in Nederland openheid van bisschoppelijke archieven werd verleend en gespecialiseerde archivarissen op zoek gingen naar documenten die relevant konden zijn voor het onderzoek, legde de justitie in België beslag op de archieven en werd de legitimiteit van de inbeslagname door de advocaten van de bisschoppen meteen aangeklaagd.
Voorlopig resultaat is dat alle bewijsmateriaal dat zich mogelijk in die archieven bevond, nietig werd verklaard en dus niet gebruikt kan worden in verdere procedures tegen de kerk of haar bestuurders.
Medewerking
De katholieke kerk in Nederland verleende haar medewerking om in de dossiers na te gaan in hoeverre de geestelijke overheden op de hoogte waren van het misbruik. In België blijven de archieven (voorlopig) echter dicht of onbruikbaar.
Iedereen maakt fouten, zo ook de Nederlandse kardinaal Simonis, die ooit in een tv-interview de spijtige woorden “Wir haben es nicht gewußt” gebruikte, waarmee hij, zoals alle kerkelijke protagonisten in België, verklaarde dat hem geen schuld trof omdat hij gewoon geen weet had van het seksuele misbruik.
Zelfs een geblameerde kardinaal zoals Simonis, die in het rapport van de commissie-Deetman moet lezen dat hij destijds wel degelijk op de hoogte was van seksueel misbruik en zelfs pedopriesters heeft beschermd, is groot genoeg om dat uiteindelijk ook toe te geven in een persmededeling, die effect had.
Ten slotte kunnen we vaststellen dat in Nederland nu absolute duidelijkheid bestaat over
de volgende punten:
- De kerk wist van het misbruik en heeft niet op de correcte manier gereageerd.
- De bisschoppen en hoofden van de congregaties wisten van het misbruik en hebben niets ondernomen, om het imago van hun kerk niet te schaden.
- Daders van seksueel misbruik binnen de kerk werden beschermd door overplaatsing en enige vorm van psychologische begeleiding. Verder trok de kerk zich het lot van de slachtoffers niet aan.
- De kerk en iedereen die binnen de kerkelijke organisatie enige positie had verworven, waren op de hoogte van de feiten en deden niets om te verhinderen dat nog meer kinderen het slachtoffer zouden worden van seksueel misbruik.
- De commissie-Deetman schat het aantal slachtoffers van seksueel misbruik tussen eind de jaren veertig en 2010 binnen katholieke organisaties (internaten, colleges, tehuizen, opvoedingsgestichten, scouts en andere buitenschoolse activiteiten, kindertehuizen…) op een voorzichtig geschat getal dat ligt tussen 10.000 en 20.000.
‘Wij waren fout’
Eigenaardig om vast te stellen is dat we het over al die punten in België ook eens hadden kunnen worden. Ware er niet dat immense verschil, tussen België en Nederland, tussen kardinaal Danneels en kardinaal Simonis, dat maakt dat slachtoffers in Nederland verder kunnen, en die in België niet. Want ze moeten niet meer bewijzen dat de kerk fout was, de kerk heeft dat ondertussen toegegeven. Niet ‘Wij betuigen onze diepe spijt’, zoals in België, maar ‘Wij waren fout’.
Iets wat in België nog niemand in dezelfde mate heeft toegegeven.
Het ergste in een mensenleven is niet een fout maken. Het ergste is die fout niet willen toegeven. We verwachten dat niet van de ‘nieuwe bisschoppen’; zij moeten die kerk uiteindelijk nieuw leven inblazen en hebben met de concrete gevallen van misbruik rechtstreeks niets van doen. We verwachten dat wel van de ‘oude’ bisschoppen, die nog altijd pertinent weigeren hun fouten toe te geven en die daardoor de heropbouw van de kerk, die al lang niet meer de hunne is, in de weg staan.
Mea culpa
De dag dat kardinaal Danneels de nederigheid kan opbrengen om zijn kamphonden terug te roepen, het hele proces van erkenning en heling niet in de weg staat, inzicht biedt in de (ondertussen zwaar opgekuiste) archieven, mea culpa slaat en de start van erkenning toelaat, die dag zal hij zelf opnieuw kunnen slapen, zichzelf in de spiegel kunnen bekijken, en zich op de borst kunnen kloppen omdat hij het belang van de slachtoffers boven zijn eigen angsten heeft geplaatst.
Hoe lelijk de kerk in Nederland ook uit het rapport van de commissie-Deetman is gekomen, zo lelijk blijft de Belgische kerk de essentie van de eigen verantwoordelijkheid over het seksuele misbruik ontkennen.