Mijn oudste oogappel plant een kind. Weloverwogen zoals dertigers dat doen, doordacht zoals schorpioenen zoiets aanpakken, emotioneel geladen zoals dochters daar mee omgaan.
Ik ben haar vader, dus dat betekent dat haar beslissing ook voor mij gevolgen heeft.
Zij heeft de macht over mijn status, mijn positie in onze genealogie, sibbekunde is een prachtig woord. Zij beslist of mijn naam een generatie naar boven schuift, dan wel rustig blijft hangen waar die nu hangt, een plek waar ik me eigenlijk opperbest voel. Ik heb mijn tak op mijn stamboom gevonden.
Ik ben plots tot het ontnuchterend besef gekomen dat een dochter kan bepalen wanneer haar vader grootvader wordt, of niet. Dat vind ik een nogal zware ingreep op mijn zorgzaam verworven plaats in deze op zich al complexe samenleving. Dat iemand anders, en dan nog iemand die me zo dierbaar is, iets in mijn plaats kan bepalen is eigenlijk nooit bij me opgekomen. Jaren strijd tegen alles wat en wie zonder mijn toestemming iets over mij zou beslissen worden met een eenvoudige dochterbeslissing van de kaart geveegd. Machteloos overgeleverd moet ik me neerleggen bij het feit dat iemand anders over mijn toekomstige koosnaam beslist (opa, papi, vake, oudje), mij overlaadt met connotaties en attributen die aan het grootvaderschap kleven, een nieuw taalgebruik en dito verwachtingen zonder dat ik daar inspraak bij krijg.
Dat doe je deze man niet aan. Daarvoor heeft hij te lang gevochten tegen elke symboliek en woordenschat die volgens de vitale blaadjes met zijn leeftijd gepaard zouden moeten gaat. Deze (nog niet) grootvader is tot op vandaag nog gewoon vader, dus jonger, verondersteld dynamischer en gewild meer bij vandaag dan bij morgen betrokken. Ik koop geen mountainbike om mijn tijd te verdrijven, ik zou niet weten welke tijd. Ik neem niet deel aan groepsreizen met andere vitale grootouders en praat niet over kleinkinderen, ik ga niet golven in Algarve en ik kuier niet zorgeloos in de parken in de Cotswold keuvelend over bloemen en plantjes. Ik heb mijn volume nodig om mijn eigen kroost te overstemmen. Ik ververs verdomme nog pampers elke dag!
Let wel, ik wil ook die van mijn (eventueel toekomstige) kleinkinderen verversen als het moet, zolang ze me maar geen opa noemen. Ik leer ze van zodra ze kunnen horen me bij mijn voornaam te noemen. Counteren is het enige wat me kan redden.